Blancmanger was in de Middeleeuwen een enorme bestseller. Tijdens de vasten aten ze soms ook deze variant, met amandelmelk in plaats van koemelk. Zuivel was dan immers ‘verboden’. Gek genoeg bevat dit middeleeuwse toetje wel weer eieren.
Alweer een blancmanger? Inderdaad, de oplettende lezer is het vast opgevallen: ik heb al eens eerder een blancmanger gemaakt. Maar dan met kip. Blancmanger (‘wit eten’) was enorm populair in middeleeuws Europa. Met dank aan de ridders en hun kruistochten naar het beloofde land, waar dit gerecht al langer werd gegeten. Deze ‘zoete’ variant voor de vastenperiode komt uit een bijzonder kookhandschrift uit Gent (UB Gent 476). Nu moet je weten dat een maaltijd in de middeleeuwen veelal bestond uit vooral vlees of vis, gevolgd door een puddingachtig gerecht zoals een gelei, een galentijn (koude ragout) of een blancmanger. Tijdens de vasten echter was het eten van vlees verboden en op heel strenge dagen gold zelfs een verbod op alle producten van landdieren, zoals zuivel en eieren.
Benedictus
Die onthouding gold op twee dagen van de week: vrijdag en nog een andere dag die kon variëren. Het was een manier om dichter bij God te komen. Het was Benedictus, grondlegger van het westerse monnikenleven, die rond de 6e eeuw bepaalde dat zijn monniken naast de dagen voor pasen ook op twee dagen in de week en de dertig dagen voor kerst moesten vasten. En zoals die dingen gaan, werden Benedictus’ regels langzaamaan ook gemeengoed in de hele katholieke wereld. Omdat dieren geboren werden dankzij geslachtsgemeenschap, kon hun consumptie lustopwekkend werken, zo was de gedachte. En dat paste niet tijdens de vastendagen.
Gelukkig dacht Benedictus dat vissen zichzelf voortplantten, dus die mochten wél worden gegeten. Rijkere burgers konden trouwens het recht kopen om tijdens het vasten toch boter, melk en eieren te mogen gebruiken. Daar komt de term ‘boterbriefje’ vandaan. De tour de beurre (botertoren) van de kathedraal van Rouen is op deze wijze bekostigd.
Humorenleer
Overigens zou de vasten ook weleens kunnen samenhangen met de middeleeuwse kijk op gezond eten, aldus Jansen-Sieben en Van Winter*. Men geloofde in de zogenaamde humorenleer van de Griekse arts Hippocratus (460-370 v. Chr), die stelde dat de mens bestond uit vier soorten ‘lichaamssappen’. Deze zouden corresponderen met de vier seizoenen (warm en nat in de lente zoals bloed, warm en droog in de zomer zoals gele gal, koud en droog in de herfst zoals zwarte gal en koud en nat in de winter zoals slijm). Aangezien de vastenweken min of meer corresponderen met de wisseling des seizoen, waren ze wellicht ook bedoeld om het lichaam de kans te geven zich op een nieuw seizoen in te stellen.
Foutje?
Vanwege de vele vastendagen in de middeleeuwen bevatte een kookboek veelal ook veel recepten voor de vasten. In dit recept in ieder geval dus geen koemelk, maar amandelmelk. Die koop je nu gewoon in de supermarkt, maar in de middeleeuwen werd die zelf gemaakt door amandelen in een mortier fijn te wrijven met melk.
Overigens bevat het recept ook eieren, dus óf de schrijver heeft een foutje gemaakt of hij nam het niet zo nauw met de voorschriften. Laten we maar uitgaan van het laatste…
Hoe hij smaakte? Lekker wel. Het deed ons wat denken aan een griesmeelpudding. Eet hem natuurlijk wel conform de vasten alleen na een vega-gerecht, of vooruit, een visgerecht kan ook natuurlijk…
Wat je nodig hebt
3 dl amandelmelk
1 dl room
4 eierdooiers
50 gr poedersuiker
40 gr rijstebloem
1 tl rozenwater
Zo maak je het
Breng in een pan de amandelmelk met room aan de kook. Roer de eierdooiers en de suiker een paar minuten met een garde. Giet het mengsel bij de hete amandelroom en laat – al roerende – ongeveer 2 minuten doorkoken tot er een gladde en gebonden vla ontstaat. Laat iets afkoelen en roer er voor de smaak 1 el rozenwater doorheen. Giet in een schaal of in 4 kleine schaaltjes en laat in de koelkast afkoelen tot het de substantie heeft van een pudding.
Oorspronkelijke tekst
Om blamengyer in de vasten te maken
Nempt rijstenmeel ende syet dat met suete melck ende doeter suyker ende rooswater in na uwen goetduncken, ende gelievet u, ghy muechter eyer met in doen.
Bronnen:
*-De keuken uit de Late Middeleeuwen, Ria Jansen-Sieben en Johanna Maria van Winter
-Vasten in de middeleeuwen: discipline of grenzen opzoeken?
-Kleine geschiedenis van de Nederlandse keuken, Jacques Meerman
-Kookboek van de Middeleeuwen, Karen Groeneveld
Is het én rijstebloem én eidooiers of gebruik je de bloem alleen als er geen eieren gebruikt worden?